Een patiënt, 53 jaar oud, kwam bij mij met klachten in zijn rechterarm, die reeds 5 maanden bestonden; een moe, zeurend, soms ook tintelend gevoel van de schouder tot in de vingers. Of ik iets voor hem kon betekenen?

Nu zijn wij als osteopaten gewend te horen dat de klachten “zomaar” zouden zijn ontstaan. In werkelijkheid is dit niet zomaar; het lichaam is briljant en een zelf herstellend vermogen zal er meestal zorg voor dragen dat door compensaties en aanpassingen het lichaam zichzelf klachtenvrij houdt. Pas als dit systeem niet meer werkt, of als er nog meer problemen in een gebied om aanpassing vragen, kan dit tot klachten leiden. Zo ook bij deze patiënt. Bij onderzoek bleek een normale beweeglijkheid van de nek; er waren daar ook geen klachten. De oorzaak lag in een beknelling van de vaat-zenuwstreng ter hoogte van het sleutelbeen rechts. De oorzaak hier weer van? Een val 2 jaar geleden op zijn borststreek, waar hij op dat moment ook gekneusde ribben aan had overgehouden, maar na 5 weken van hersteld was, zonder restklachten. Om die reden had hij het in het eerste vraaggesprek niet verteld. De beweeglijkheid van het rechter gedeelte van het middenrif was echter nog steeds niet zoals aan de linkerzijde. Via het zenuwstelsel werd daardoor een spiertje ter hoogte van het sleutelbeen op spanning gebracht, die de ruimte voor de langslopende vaat-zenuwstreng verkleinde. Waarom dan juist nu klachten, twee jaar na dato? De druppel die de emmer deed overlopen, was een dagje de buurman helpen met plafondwerk.  In de dagen erna, wist hij zich nu te herinneren, zijn de klachten begonnen. De behandeling van het middenrif en aanliggende structuren, tezamen met de regio van het rechtersleutelbeen en de eerste rib deed zijn klachten verdwijnen.